Keverlarven

Organisme dat het probleem veroorzaakt:

Rozenkever (Phyllopertha horticola)
Junikever (Amphimallon solstitiale)
Gewone meikever (Melolontha melolontha)
Meelbloemkever (Hoplia philanthus)

Ontwikkeling van de plaag

• Volwassen kevers zijn roodbruin van kleur en zo’n 13-15 mm lang.
• De volwassen kever legt zijn eieren rond juni/juli. Na het uitkomen voeden de larven zich van juli tot eind september met de wortels van het gras.
• Vanaf november graven ze zich diep in de grond in voor een winterslaap. In het voorjaar komen ze naar de oppervlakte en komen ze uit als kevers.
• De schade is het duidelijkst zichtbaar in augustus en september (larvenstadium).
• Vroege symptomen zijn onder meer geleidelijke uitdunning, vergeling en verzwakking van het gras, gevolgd door onregelmatige dode plekken verspreid over het gazon.

Beheerstrategie om de kans op een aanval te verminderen

• Let op eventuele larvenactiviteit in augustus en september.
• Let in het najaar op verhoogde vogelactiviteit en secundaire schade.
• Bestrijd de larven met biologische nematoden als ze jong zijn en zich dicht bij de oppervlakte bevinden.

Preventieve strategie (uitsluitend bedoeld als richtlijn)