Algemene aspecten van fertigatie
Door de nauwkeurige toediening van voedingsstoffen via fertigatie neemt de potentiële opbrengst van een gewas toe en hoeven minder voedingsstoffen te worden toegediend.
Fertigatie maakt het mogelijk om de toediening van voedingsstoffen zeer nauwkeurig af te stemmen op de voedingsbehoefte van het gewas. Dit heeft twee voordelen: enerzijds neemt met nauwkeurige en tijdige toediening van voedingsstoffen de potentiële opbrengst van een gewas toe, en anderzijds hoeven hierdoor minder voedingsstoffen te worden toegediend doordat er minder uitspoeling en vervluchtiging optreedt. Voor optimale resultaten is het belangrijk dat de teler gedurende de gehele irrigatiecyclus consistent wateroplosbare meststoffen toedient.
Houd rekening met de parameters
Bij het ontwerpen van een fertigatieprogramma moeten telers rekening houden met een aantal parameters:
- Bodem: de bodemanalyse is een cruciale factor bij het bepalen van het bemestingsplan; als bekend is in welke hoeveelheden de verschillende voedingsstoffen aanwezig zijn in de bodem, kan het bemestingsplan daarop worden aangepast (meer of minder voedingsstoffen toedienen). Aan de hand van de pH van de bodem kan worden voorspeld welke voedingsstoffen in meer of mindere mate beschikbaar zullen zijn via de wortels.
- Water: de wateranalyse is belangrijk omdat de teler hieruit kan afleiden welke voedingsstoffen via het water worden aangeleverd. De meest voorkomende voedingsstoffen in water zijn Ca, Mg en Cl. Als de pH van het water bekend is, kan de teler de beste formule voor de specifieke omstandigheden kiezen. Als de pH van het water bijvoorbeeld hoog is en het water veel bicarbonaten bevat, kiest de teler meststoffen met een verzurend effect om de bicarbonaten te neutraliseren en de pH van het water te verlagen (kijk voor meer informatie onder ‘Waterkwaliteit’).
- Voedingsstoffenbehoefte van het gewas: als bekend is wat de voedingsstoffenbehoefte van verschillende gewassen is tijdens de teeltcyclus, kan een nauwkeurig bemestingsplan worden opgesteld voor een optimale opbrengst.
De variabelen voor succes
Bij het telen van gewassen moet rekening worden gehouden met allerlei variabelen. Naast de klimatologische omstandigheden (temperatuur, luchtvochtigheid, lichtintensiteit, enz.), de pH en het voedingsstoffengehalte in de bodem speelt ook de kwaliteit van het water dat wordt gebruikt voor irrigatie een belangrijke rol. Bij het beoordelen van de kwaliteit van het irrigatiewater kijken we naar het voedingsstoffengehalte, de pH, de zouten (uitgedrukt als de geleidbaarheid: EC) en de bicarbonaten.
Voedingsstoffengehalte
De plant ontvangt macro- en micro-elementen via het irrigatiewater. Als het voedingsstoffengehalte in het irrigatiewater en de voedingsstoffenbehoefte van de plant bekend zijn, kunnen we de optimale meststoffendosering bepalen. Zo wordt overbemesting voorkomen.
pH
De pH is de zuurgraad van de bodem of het water. De pH wordt uitgedrukt op een logaritmische schaal van 0 (zeer zuur) tot 14 (zeer alkalisch). Een neutrale pH heeft een waarde van 7.
Elk gewas heeft een bepaalde pH nodig om te kunnen groeien en evenwichtig te kunnen ontwikkelen. De pH van het irrigatiewater is net zo belangrijk als de pH van de grond waarin de planten groeien. Verreweg de meeste gewassen groeien en gedijen goed in een omgeving met een pH tussen 5,5 en 6,5. Het is belangrijk te weten dat de pH direct van invloed is op de opname van voedingsstoffen die essentieel zijn voor de groei en ontwikkeling van de plant. Bij hoge pH-waarden (boven 7-7,5) kan de plant minder fosfor, ijzer, borium, koper en zink opnemen. Zo kan het gebeuren dat planten toch tekorten oplopen, ondanks het gebruik van meststoffen om in de benodigde voedingsstoffen te voorzien. Als deze parameters niet bekend zijn, kan het verleidelijk zijn om meer meststoffen toe te dienen en zo het zoutgehalte (EC) rond de wortels te verhogen. Dit kan echter weer andere vormen van onbalans veroorzaken, bijvoorbeeld doordat de plant minder water en voedingsstoffen opneemt door de hoge osmotische druk die rond de wortels ontstaat als gevolg van de aanwezigheid van meer oplosbare zouten.
Waterhardheid
Waterhardheid is een cruciale factor bij het bepalen van de waterkwaliteit. Calcium (Ca) en magnesium (Mg) spelen een belangrijke rol voor de hardheid van het water. Om de pH van het water nauwkeurig te bepalen, moet de teler het water analyseren.
EC: zoutconcentratie
De EC wordt uitgedrukt in mS/cm. In het algemeen mag de EC in de oplossing die voor de plant wordt gebruikt – de som van de EC van het irrigatiewater en de EC van de wateroplosbare meststof – niet meer dan 2-2,2 bedragen. Dit is de aanbevolen waarde voor grondteelten. Wateroplosbare meststoffen zijn in principe zouten, dus als ze oplossen in water, neemt de zoutconcentratie toe. Deze waarden worden uitgedrukt in gram per liter en worden meestal op de verpakking vermeld.