Voedingsstoffendeficiënties, oftwel gebreksverschijnselen bij planten ontstaan doordat er een ontoereikende aanvoer van essentiële voedingsstoffen is die nodig zijn voor een gezonde groei en ontwikkeling.
Bepaalde voedingsstoffen zijn essentieel voor verschillende fysiologische processen en een tekort kan leiden tot groeistoornissen, slechte opbrengsten en een reeks visuele symptomen. Deze symptomen kunnen helpen bij het identificeren van het tekort of gebrek aan de specifieke voedingsstof. De primaire voedingsstoffen die planten nodig hebben, worden onderverdeeld in macronutriënten en micronutriënten.
De macro en micronutriënten
In relatief grote hoeveelheden bevat het substraat/bodem stikstof, fosfor, kalium, calcium, magnesium en zwavel; deze worden vaak de macronutriënten genoemd. In relatief kleine hoeveelheden bevat de bodem/het substraat ijzer, mangaan, boor, molybdeen, koper, zink, chloor en kobalt, dit zijn de micronutriënten.
De diagnose van voedingsstoffentekorten bestaat uit het observeren van plantensymptomen, het uitvoeren van bodemonderzoeken en het analyseren van plantenweefsel om de specifieke voedingsstof te bepalen die in de plant ontbreekt.
Het corrigeren van tekorten bestaat meestal uit het aanpassen van de bodem met de ontbrekende voedingsstof door middel van bemesting of het aanpassen van de pH-waarde, zodat planten toegang hebben tot alle essentiële elementen die ze nodig hebben voor een gezonde groei en optimale opbrengst.
Bekijk het tabblad ‘Artikelen & Resources’ voor een overzicht aan de artikelen betreffende de verschillende nutrienten met extra uitleg en advies voor het behandelen en voorkomen van de symptomen.
Whatsapp
Twitter
Email
Kopieer link 