Advies voor vochtregulatie en irrigatie van gazons
Landscaper Pro advies: tips voor gazononderhoud door middel van beluchten en verticuteren.
In dit artikel:
- Hoe weet ik of ik water moet geven?
- Tips voor een goede vochtregulatie
- Kan ik te veel water geven?
Voor een gezonde groei en dichtheid van een gazon plus een aantrekkelijke kleur is het essentieel dat de graswortels constant water ter beschikking hebben.
Een bodem heeft een tekort aan water wanneer de bladeren van planten meer vocht verdampen dan de hoeveelheid water die de wortels kunnen opnemen. Dit leidt tot stress. Als deze situatie voortduurt, heeft dit verwelking en een bruin uiterlijk van de grasmat tot gevolg. Het gras verzwakt en wordt gevoeliger voor ziektes als antracnose en aandoeningen als ‘dry patch’.
Het uiteindelijke gevolg van watertekort is dat het gras doodgaat. De snelheid waarmee dit gebeurt, hangt af van een aantal factoren, waaronder de samenstelling van de grassoorten en de maaihoogte. Kort gemaaid gras heeft vaak een oppervlakkiger wortelstelsel en sterft daarom meestal als eerste af. Net als beemdgras, dat van nature oppervlakkig wortelt vergeleken met zwenkgrassoorten.
Hoe weet ik of ik water moet geven?
Tijdens perioden met droog weer moet het bodemprofiel regelmatig worden gecontroleerd om te bepalen of water geven noodzakelijk is. Dit kan fysiek gebeuren met behulp van een grondboor om kernen te verwijderen en het vochtgehalte van de bodem te controleren, of met een vochtmeter van goede kwaliteit. In beide gevallen moeten kernen/metingen worden genomen verspreid over het hele terrein en niet op één plek. Zo krijgt u een representatief beeld.
Gazons met veel organisch materiaal aan de oppervlakte, verdichte grond en grasvelden die overbemest en -bevochtigd zijn, hebben allemaal een slecht wortelstelsel. Als zodanig zijn ze gevoeliger voor droogtestress. Daarom kunnen ze bepaalde symptomen vertonen ondanks het feit dat er vocht in de bodem aanwezig is. In dergelijke gevallen kan water geven tijdelijk verbetering brengen, maar is dit geen langetermijnoplossing die de onderliggende oorzaken aanpakt.
Tips voor een goede vochtregulatie
De beste aanpak van vochtregulatie varieert van locatie tot locatie en hangt af van de beschikbare apparatuur. Onderstaande tips bevatten strategieën voor het basisonderhoud die u kunt overwegen en toepassen wanneer dat haalbaar is:
- Verhoog tijdens een droge periode altijd de maaihoogte zodat het gras beter met stress om kan gaan.
- Houd het bodemprofiel vochtig (niet nat) tijdens warm en droog weer. Dit waarborgt een voortdurende aanvoer van water en beperkt de stress.
- Onder meer gewone weersomstandigheden zijn natte en droge cycli normaal. Geef alleen water als dat echt nodig is.
- Bewater niet te zwaar. Kies liever voor lichte bewatering gedurende een langere periode zodat het water goed kan worden opgenomen. Dit beperkt de mate van uitspoeling en resulteert in een meer gelijkmatige herbevochtiging van de bodem. Bij te zware bewatering in korte tijd krijgen de lager gelegen delen vaak te veel water, terwijl hogere plekken droog blijven. Dit leidt tot ongelijkmatige groei.
- Belucht het oppervlak voor het water geven om het infiltratievermogen van de grond te verbeteren, vooral als deze is uitgedroogd.
- Bewater waar mogelijk ‘s avonds of ‘s nachts. Het verdampingsverlies blijft dan tot een minimum beperkt. Dit is gemakkelijker wanneer er een automatisch bewateringssysteem beschikbaar is.
- Overweeg een wetting agent zoals H2Pro te gebruiken om het doordringen van water in de bodem te bevorderen. Dit is vooral zinvol als de grond is uitgedroogd of hydrofobe eigenschappen heeft ontwikkeld (waterafstotend).
- Gebruik een vochtmeter om het vochtgehalte te meten en streef naar een constant vochtniveau van 25 tot 35%.
Kan ik te veel water geven?
Overbewatering is waterverspilling. Het stimuleert de groei van onkruid en straatgras ten koste van meer gewenste grassoorten (zwenkgras, raaigras enzovoort). Overbewaterd gras ontwikkelt ook een oppervlakkig wortelstelsel en veel organisch materiaal. Hierdoor zal de kwaliteit van de grasmat afnemen en wordt het gras gevoeliger voor uitdroging en ziektes. Bovendien reageert het gras minder goed op toegediende meststoffen.