Wat is de perfecte bodem voor gazons?

De bodem speelt een cruciale rol voor een gezond gazon, en geeft grasplanten niet alleen fysieke houvast, maar ook water, lucht en voedingsstoffen – onmisbare factoren voor een gezonde groei.

6 min

Wat de perfecte bodem is, hangt af van de situatie en met name waar de bodem voor wordt gebruikt. Bodem bestaat uit vaste deeltjes, die organisch of mineraal van aard zijn. Minerale stoffen ontstaan door de mechanische en chemische verwering van steendeeltjes tot kleinere fragmenten. Deze fragmenten variëren in afmeting van stenen en grind tot kleinere zand-, slib- en kleideeltjes.

Organisch materiaal wordt gevormd uit dode vegetatie, zoals afgestorven bladeren en wortels, samen met de overblijfselen van insectenlarven, schimmeldraden en micro-organismen. De deeltjes organisch materiaal variëren van herkenbare plantenresten (ruw organisch materiaal) tot materiaal dat verder uiteengevallen is (humus), al naar gelang de mate van ontbinding. Micro-organismen in de bodem breken dit organisch materiaal af, en zo komen voedingsstoffen vrij.

Organisch materiaal hoopt zich vaak op in de bovenste centimeters van het oppervlak. Als er te veel organisch materiaal aanwezig is, zal de bodem water vasthouden. Dit is van invloed op de gezondheid van de grasmat, met name wat betreft wortelontwikkeling en gevoeligheid voor ziektes en infecties.

 

Bodemtextuur is belangrijk

Bodems worden ingedeeld volgens de grootte van de deeltjes die ze bevatten (zand, slib en klei). De textuur van een bodem is van grote invloed op de eigenschappen en prestaties ervan als groeimedium. Materiaal met een uniforme deeltjesgrootte (90% middelgroot zand) vergemakkelijkt de snelle verplaatsing van water en lucht in de bodem. Met andere woorden, een dergelijke bodem heeft goede drainage-eigenschappen, maar is gevoelig voor droogte en ook voor uitspoeling van voedingsstoffen die essentieel zijn voor een gezonde plantengroei.

Een bodem met deeltjes van verschillende groottes bevat een groter aantal kleine poriën omdat de minuscule kleideeltjes tussen de grotere zanddeeltjes zitten. In zo’n bodem wordt het water langer vastgehouden omdat het minder makkelijk wegloopt. Deze bodems raken bij hevige regenval vaak verzadigd. De hoeveelheid en grootte van de poriënruimtes in de bodem wordt ‘porositeit’ genoemd en deze wordt beïnvloed door zowel de textuur als de structuur van de bodem (zie onderstaand).

De textuur kan in een laboratorium aan de hand van een reeks zeven worden beoordeeld, of ter plaatse door grond tussen uw vingers te wrijven. Zanderige grond voelt korrelig aan, terwijl een siltbodem zeep- of zijdeachtig aanvoelt. Kleigrond kan gemakkelijk tot plakkerige ballen worden gevormd. Een leembodem, die ongeveer 40% zand, 40% silt en 20% klei bevat, vormt een uitstekend groeimedium maar heeft vaak te lijden onder intensieve betreding. In dergelijke gevallen is materiaal met een hoger gehalte aan zand in verhouding tot leem en klei een betere keuze. Dit type bodem moet echter wel voldoende bewaterd worden.

 

Bodemstructuur is belangrijk

De bodemstructuur is te definiëren als de wijze waarop de gronddeeltjes (zand, silt en klei) zijn gerangschikt. De minerale en organische stoffen kleven aaneen en vormen klontjes, ook wel ‘aggregaten’ genoemd. Bij een goede bodemstructuur zijn de poriënruimtes tussen de aggregaten groot genoeg om water en lucht door te laten. Als de structuur beschadigd is als gevolg van intensief gebruik (grote machines, intensieve betreding) raakt de bodem verdicht en neemt de porositeit van het materiaal af. Dit komt doordat de kleinere aggregaten in de bodem grotere ‘blokvormige’ structuren gaan vormen die de verticale verplaatsing van water, lucht en plantenwortels belemmeren.

 

Kan ik de bodemtextuur en -structuur beïnvloeden?

Het is mogelijk zowel de structuur als de textuur van een bodem te verbeteren door het toevoegen van zand in combinatie met mechanische beluchting. Het is echter van groot belang zand van de juiste klasse (deeltjesgrootte) en vorm te gebruiken. Ook moet u voldoende zand aanbrengen om het slinken van de kleinere deeltjes te compenseren. Het verkeerde zand gebruiken en te weinig zand aanbrengen kan tot gevolg hebben dat meer deeltjes ‘opeenpakken’. Dit leidt tot een verminderde porositeit en een bodem die het water sterker vasthoudt.

U kunt het zand opbrengen als toplaag of verwerken in het bovenste bodemprofiel tijdens de zaaibedbereiding. Op het zaaibed kunt u een grotere hoeveelheid materiaal aanbrengen dan bij een toplaag. In het laatste geval moet u regelmatig een kleine hoeveelheid zand aanbrengen om te voorkomen dat het gras verstikt.

Mechanische beluchtingstechnieken (slitten, beluchten met vaste of holle pen, diep losmaken) maken wezenlijk deel uit van de verwerking van het aangebrachte materiaal in het bovenste bodemprofiel en moeten ervoor zorgen dat de capillaire werking van de wortels niet wordt onderbroken. De mechanische bewerking verbetert ook de structuur en porositeit van de bodem. Hierdoor kunnen lucht en water zich gemakkelijker verplaatsen.

 

Is de pH van belang?

De pH is de maat voor de zuurgraad of alkaliteit als gevolg van de concentratie stikstofionen in een oplossing en op negatief geladen oppervlakken (kleimineralen en organisch materiaal). Hoe lager de pH-waarde, hoe zuurder de grond. Een bodem met een pH onder 6,0 wordt als zuur beschouwd en boven 7,0 basisch. Een pH-waarde tussen de 6,0 en 7,0 wordt als neutraal gezien. U kunt de pH van uw bodem meten met een eenvoudige pH-testkit die in veel tuincentra verkrijgbaar is of door een monster op te sturen naar een laboratorium.

De pH van een bodem heeft effect op de beschikbaarheid van sommige voedingsstoffen (fosfaat) en beïnvloedt het bodemleven dat verantwoordelijk is voor de afbraak van organisch materiaal en het recyclen van voedingsstoffen. De ideale pH hangt af van de samenstelling van het gras en heyt type grond, maar moet bij voorkeur tussen de 5,0 en 7,0 worden gehouden.
Bij een siergazon met fijn struis- en zwenkgras kunt u het beste een pH van 5,0 à 5,5 aanhouden. Dit is gunstig voor dit type gras en minder gunstig voor beemdgras dat de voorkeur geeft aan een hogere pH van 5,5 tot 7,5. Openbaar groen met voornamelijk Engels raaigras heeft bij voorkeur een pH van 5,5 tot 7,0.

Een lage pH kunt u verhogen door het opbrengen van kalk in de vorm van dolomitische kalk (magnesiumcarbonaat) of calciumcarbonaat. Ook het toedienen van nitraathoudende meststoffen en basisch water kan van invloed zijn, al is het effect geleidelijker. De alkaliniteit kunt u verlagen met behulp van sulfaten, voornamelijk meststoffen op basis van ammoniumsulfaat en/of ijzersulfaat.

 

Tips voor gazons van topkwaliteit

Voor een gezonde grasmat is het essentieel dat het gras een goed wortelstelsel ontwikkelt. Dit met het oog op een optimale opname van water en voedingsstoffen, vooral tijdens stressperioden (hitte, droog weer). De vorming van een dergelijk wortelstelsel wordt sterk beïnvloed door de bodem. De bodem kunt u op de volgende manieren optimaliseren:

  • Verbeter de structuur en houd de porositeit in stand door regelmatige beluchting. Een verdichte bodem met een slechte structuur bemoeilijkt de ontwikkeling van een gezond wortelstelsel. Deze bodem vormt een fysieke barrière voor groei en beperkt ook de verplaatsing van lucht en water.
  • Een bodem met een slechte structuur leidt tot beperkte afvoer van water en veroorzaakt plassen tijdens nat weer. Hierdoor is er minder lucht (zuurstof) beschikbaar in het bodemprofiel. Breng een toplaag met zand aan en belucht de bodem om de infiltratiesnelheid en porositeit van het materiaal te verbeteren. Plaats zo nodig een ondergrondse drainagebuis en sluit deze aan op een afvoerleiding.
  • Een hoog gehalte aan organisch materiaal leidt ertoe dat water zich moeilijk kan verplaatsen. Dit zorgt voor een onevenwichtige verhouding tussen lucht en water in het bodemprofiel en vermindert het bodemleven. Het probleem blijft hierdoor bestaan. Breng de hoeveelheid organisch materiaal onder controle door dit materiaal fysiek te verwijderen (holle pennen, verticuteren), een toplaag aan te brengen en de hoeveelheid meststof en de mate van bewatering goed te regelen.
  • Een lage pH beperkt de beschikbaarheid van voedingsstoffen in de bodem en vermindert de werkingsduur van de toegediende meststoffen. Beïnvloed zo nodig de pH van een gebied door het treffen van de juiste maatregelen (zie hierboven).

Er zijn veel aspecten waar u rekening mee moet houden om een grasmat met succes te ontwikkelen en te behouden. Verbetering van de grond moet zo mogelijk voor het zaaien plaatsvinden. U kunt dan gemakkelijker veranderingen aanbrengen zonder u zorgen te maken over mogelijke effecten op de gezondheid van het gras. Een ander aandachtspunt is het uitvoeren van werkzaamheden onder de juiste omstandigheden. Als de bodem bij nat weer wordt bewerkt, is de kans groot dat de bodemstructuur wordt beschadigd. Dit heeft gedurende enkele jaren invloed op de prestatie van de grond als groeimedium.