H2Pro TriSmart getest op bodem- en plantverbeterende kwaliteiten
Bingley, United Kingdom 2022
Hoofdconclusies
Bij vier afzonderlijke proeven met wetting agents op het STRI konden gedurende de hele zomer droogteomstandigheden worden opgelegd die leidden tot een aanzienlijk lager VMC%-gehalte in de wortelzones.
Het gebruik van een H2Pro TriSmart-programma in elk van deze proeven toonde duidelijk het voordeel aan van het gebruik van een kwaliteit wetting agent onder deze omstandigheden. Er werd een toename in VMC% geassocieerd met een significant verbeterde graskwaliteit, kleur, uniformiteit, dichtheid en NDVI.
Door deze verbeteringen in de eigenschappen van de graskwaliteit kan H2Pro TriSmart worden geclassificeerd als een ‘niet-microbiële plantenbiostimulant’ onder de nieuwe regelgeving voor meststoffen. (EU 2019/1009)
Samenvatting:
- H2Pro TriSmart werd getest in vier afzonderlijke veldproeven in de zomer van 2022 door STRI, Bingley, VK. Elke behandeling werd 8x herhaald per proef.
- De vier proeflocaties verschilden in bodem / wortelzone type en grassoorten, droogte werd opgelegd door het onthouden van irrigatie en het afdekken van de proef als er regen werd voorspeld.
- H2Pro TriSmart werd in eerste instantie toegepast met 25L in 500L water, gevolgd door maandelijkse toepassingen van 10L/ha in 500L water en vergeleken met een droogtecontrolebehandeling en een geïrrigeerde controlebehandeling.
- De onderzoeksgegevens zijn voldoende robuust om H2Pro TriSmart te kunnen classificeren als een ‘niet-microbiële plantbiostimulant’ binnen de nieuwe regelgeving voor meststoffen (2019/1009).
Proefdetails
Proefstation
Bingley, United Kingdom
Beoordelingen
Gras kwaliteit, kleur, uniformiteit, NDVI, volumetrisch vochtgehalte en maaisel droog gewicht.
Behandelingen
Er werden vier onafhankelijke veldproeven uitgevoerd op het proefveld van STRI, Bingley, VK.
Elke identieke proef vond plaats op een apart proefgebied en vertegenwoordigde vier licht verschillende bodemsoorten; twee soorten lemig zand en twee verschillende zandconstructies, en vier verschillende graszodenmengsels, variërend van Agrostis-, Festuca- en Poa annua-mengsels.
Er werd een ‘at random’ blokproef met acht herhalingen opgezet waarbij geïrrigeerde/regenval-controle percelen (evapotranspiratie-vervangend irrigatieprogramma indien nodig) werden vergeleken met controlepercelen met tekortirrigatie en droogtepercelen met tekortirrigatie die een H2Pro Trismart wetting agent programma kregen.
Voorspelde regenval werd voorkomen door de proef af te dekken. H2Pro Trismart werd toegepast met 25L/ha in 500L water, gevolgd door maandelijkse toepassingen van 10L/ha in 500L water. De proef begon in juni 2022 en eindigde in september 2022.
Regelmatige maandelijkse beoordelingen van de waliteit, kleur, uniformiteit (allemaal visueel beoordeeld op een schaal van 1-10), uniformiteit (% levende grasbedekking), NDVI (handmeter), volumetrisch vochtgehalte (Delta-T theta sonde tot een diepte van 60 mm) en drooggewicht van het maaisel, werden uitgevoerd.
Behandelingen
Er werden vier onafhankelijke veldproeven uitgevoerd op het proefveld van STRI, Bingley, VK.
Elke identieke proef vond plaats op een apart proefgebied en vertegenwoordigde vier licht verschillende bodemsoorten; twee soorten lemig zand en twee verschillende zandconstructies, en vier verschillende graszodenmengsels, variërend van Agrostis-, Festuca- en Poa annua-mengsels.
Er werd een ‘at random’ blokproef met acht herhalingen opgezet waarbij geïrrigeerde/regenval-controle percelen (evapotranspiratie-vervangend irrigatieprogramma indien nodig) werden vergeleken met controlepercelen met tekortirrigatie en droogtepercelen met tekortirrigatie die een H2Pro Trismart wetting agent programma kregen.
Voorspelde regenval werd voorkomen door de proef af te dekken. H2Pro Trismart werd toegepast met 25L/ha in 500L water, gevolgd door maandelijkse toepassingen van 10L/ha in 500L water. De proef begon in juni 2022 en eindigde in september 2022.
Regelmatige maandelijkse beoordelingen van de waliteit, kleur, uniformiteit (allemaal visueel beoordeeld op een schaal van 1-10), uniformiteit (% levende grasbedekking), NDVI (handmeter), volumetrisch vochtgehalte (Delta-T theta sonde tot een diepte van 60 mm) en drooggewicht van het maaisel, werden uitgevoerd.
Resultaten
De opgelegde droogtestress in alle vier de proeven, waarbij gebruik werd gemaakt van regenhoezen tijdens de voorspelde regenval, was effectief met duidelijke abiotische stress op alle niet-geïrrigeerde percelen in de proeven (afbeelding één).
Volumetrisch vochtgehalte (VMC%) resultaten waren significant hoger (P<0,05) voor ‘controle-geïrrigeerde’ percelen in vergelijking met ‘controle-tekort’ percelen voor beide getoonde data, wat aantoont dat de droogtestress effectief was in het verlagen van bodemvochtgehaltes (Tabel één). Met H2Pro TriSmart behandelde percelen die hetzelfde vochtgehalte kregen als ‘controle-tekort’ percelen behielden significant hogere VMC% (16-54%) voor alle vier de proeven op beide aangegeven data, wat de vochtbesparende waarde van een dergelijk programma aantoont.
Een reeks bijkomende gemeten graskarakteristieken vertoonden allemaal significante verschillen tussen ‘controle-tekort’ en ‘controle-geïrrigeerd’ voor alle vier de proeflocaties, wat aantoont dat de opgelegde droogtestress de grasmatkwaliteit, -kleur, -uniformiteit, -dichtheid en NDVI significant verminderde op een aantal meetdata (enkel gegevens van augustus getoond).
De toevoeging van een H2Pro TriSmart programma verhoogde de metingen van de kleur, kwaliteit, uniformiteit, dichtheid en NDVI van de grasmat aanzienlijk bij elke gelegenheid voor bijna alle proeflocaties (alleen in proefgebied 1 was de grasdichtheid niet significant), wat de waarde aantoont van het volgen van een dergelijk bevochtigingsmiddelprogramma.
Tabel 1 (onder). Gemiddeld volumetrisch vochtgehalte (%) voor twee beoordelingsdata (juli en september). Verschillende letters duiden op een significant (P<0,05) verschil tussen de gemiddelden.