Teeltadvies voor aardappel
Ontdek alles over het bemesten van aardappelen voor een optimale oogst: praktische tips, effectieve toepassingen voor een maximale opbrengst, veldproeven met aardappelgewas en meer.
Bemestingsadvies voor het telen van aardappelgewassen (Solanum tuberosum)
-
Aardappelen groeien optimaal in bodems met een pH tussen 5,5 en 6,7.
-
Aardappelen gedijen goed en geven de beste opbrengst in zanderige tot lichte leemgrond, rijk aan organisch materiaal en goed gedraineerd.
-
In bodems met een hoge pH (hoger dan 7,5) kunnen tekorten ontstaan, met name van fosfaat, maar ook van andere micronutriënten.
-
Bij een hoge pH is aardappel vatbaar voor schurft veroorzaakt door de schimmel Streptomyces scabies.
-
De optimale omstandigheden voor wortel- en knolontwikkeling zijn goed gedraineerde, luchtige bodems met bodemtemperaturen tussen 15 en 20 °C.
-
Kortere dagen stimuleren de knolontwikkeling, terwijl deze bij langere dagen vertraagt.
Aardappelplanten met gezonde bladeren
Aardappelen geoogst in optimale conditie
Nutriëntenbehoefte
Geschatte nutriëntenopname (kg/t):
N | P2O5 | K2O | MgO | SO3 | CaO | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kg/ha | Kg/ha | Kg/ha | Kg/ha | Kg/ha | Kg/ha | |
Knollen | 3 | 1.5 | 6.5 | 0.4 | 0.7 | 0.5 |
Bovengrondse biomassa | 1.9 | 0.6 | 5.3 | 0.2 | 0.4 | 0.25 |
Bron: IPNI
Rol van voedingsstoffen
Belangrijkste parameter N P2O5 K2O MgO CaO SO3
Opbrengst ++ + ++ + +/- +/-
Knolgrootte ++ ++ +
Gewicht ++ + ++
Vruchtzetting - + +
Kneuzing en behandeling - + ++ ++
Kleur van de knol (inwendige zwarting) +/- +
Droge stof gehalte - +/- - +/-
Zetmeelgehalte - + +/-
+ = verbeterd
– = verslechterd
+/- = variërende resultaten, afhankelijk van de toegepaste dosering voedingsstof
Bron: IPI bulletin – Fertilizing for high yield | POTATO
Voedingsstoftekorten
Voedingsstof | Beschrijving | |
---|---|---|
Stikstof | Bladeren zijn lichtgroen (algemene chlorose) Oude bladeren blijven geel, terwijl jongere bladeren donkerder worden Planten produceren minder stengels en knollen |
|
Fosfaat | Plantengroei is belemmerd Donkerder van kleur dan normaal Onderkant bladoppervlak grijsgroen Bladeren rollen omhoog bij ernstige tekorten. Het komt voor op kalkrijke en zware bodems, waar P kan worden vastgelegd |
|
Kalium | Verschijnselen van kaliumgebrek normaal Verschroeid uiterlijk met zwarte pigmentatie en necrotische randen (dood weefsel) De symptomen verschijnen op de jonge, volgroeide bladeren Komen vaak voor op lichte bodems door gemakkelijkere uitspoeling. |
|
Calcium | Matig calciumtekort komt niet voor, maar in ernstige situaties kan de bladrand worden aangetast Er kunnen bruine vlekken verschijnen rond het stoloneinde van de knollen Knollen kunnen ernstige scheuren in de schil vertonen Tekorten zijn ernstig in bodems met een pH onder 5 |
|
Magnesium | Chlorose van de bladranden van oudere bladeren. Vergelingsverschijnselen verschijnen het eerst op de oudere bladeren, vanwege de beweeglijkheid Algemene chlorose waarbij de nerven groen blijven Verschroeid uiterlijk door necrose tussen de nerven Kan voorkomen op zandgronden en wanneer een hoog K-niveau werd toegepast |
|
Zwavel | Symptomen lijken op die van stikstoftekort, maar de tekortsymptomen treden het eerst op in jongere bladeren (zoals vergeling bij N-tekort) Algemene chlorose De vergeling is uniform en algemeen Het kan voorkomen op lemige zandgronden |