Aaltjes

In dit artikel leggen we uit welke beheerstrategieën helpen om een aaltjesplaag in een gazon te bestrijden.

2 min

Er zijn allerlei soorten aaltjes (rondwormen) die van nature in de bodem voorkomen. Deze zijn ofwel insectparasitair, ofwel plantparasitair. Plantparasitaire aaltjes (plant parasitic nematode, PPN) kunnen in openbaar groen voor ernstige problemen zorgen. Er zijn honderden soorten plantparasitaire aaltjes. Elke soort heeft een andere levenscyclus en aanvalsmethode. Plantparasitaire aaltjes kunnen ectoparasieten (aaltjes die in de plant leven en zich daar voeden) of endoparasieten (aaltjes die in de wortelzone leven en zich voeden met de wortels) zijn.

 

Wortelknollen aangetast door nematoden.

 

ProbleemSoorten parasitaire aaltjes
Waardplant GrassoortenAlle typen graszoden
SymptomenDe visuele tekenen van een aaltjesplaag variëren. Over het algemeen is een gele verkleuring van de grasmat te zien met een verzwakking en uitdunning van de graszode. Schade aan het wortelsysteem van de plant beïnvloedt de opname van voedingsstoffen. Slijtagebestendigheid en ziekteresistentie nemen af.

 

Voorbeelden van ectoparasieten zijn:

  1. Vrijlevende wortelaaltjes uit de Paratrichodorus spp.
  2. Vrijlevende wortelaaltjes uit de Tylenchorhynchus spp.
  3. Vrijlevende wortelaaltjes uit de Hemicycliophora spp.

 

Voorbeelden van endoparasieten zijn:

  1. Wortelknobbelaaltjes Meloidogyne spp.
  2. Cysteaaltjes Heterodera spp.
  3. Wortellesieaaltjes Pratylenchus spp.

 

Beheerstrategieën bij een aaltjesplaag

  1. Zorg dat u weet welke soorten aaltjes in welke aantallen aanwezig zijn. Stuur daarvoor bodemmonsters naar een erkend laboratorium voor een aaltjestelling.
  2. Pas bladbemesting toe als u vermoedt dat de inworteling onder de aantasting lijdt.
  3. Neem WSF SMX op in uw jaarlijkse bemestingsprogramma. In een onafhankelijk onderzoek is aangetoond dat SMX planten bij een hoge aaltjesdruk gezond houdt.
  4. De symptomen van de aanwezigheid van aaltjes openbaren zich vaak als het gras onder stress staat. Onderneem preventief actie: verhoog de wortelmassa van het gras en verlaag de stress voor het gras met een iTurf-aanpak.
  5. Verminder de stress voor het gras waar mogelijk: verhoog de maaihoogte, houd de wortelzone voldoende vochtig (maar niet te vochtig), gebruik uitgebalanceerde meststoffen als onderdeel van een geprogrammeerde aanpak, verminder de intensiteit van het onderhoud, groomingactiviteiten en verticuteren, houd de pH van de wortelzone in de gaten en stuur indien nodig bij om binnen het optimale bereik te blijven.